Hoofdstuk 2 Staphylococcus aureus

 

De naam MRSA staat voor; Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Dit is een hele mond vol! Dus dit verdient enige toelichting. In de naam zit heel veel betekenis van de bacterie zelf! Daarom zul je merken dat het interessant is om te weten waar deze wetenschappelijke begrippen voor staan.

 

2.1 Taxonomische indeling

Allereerst laat ik aan de hand van de taxonomische indeling zien dat de naam in verschillende stukken te verdelen is.

MRSA wordt MR - S (-) A. Dit ziet er waarschijnlijk heel gek uit maar ik hoop dat ik het allemaal goed uit kan leggen!

Op het plaatje rechts zie je een taxogram. In de taxogram staan zes taxons (groepen) onder elkaar.

Het begint allemaal met het [Rijk]: Bacteria, dan volgen [Stam], [Klasse], [Orde], [Familie], [Geslacht] en [Soort]: Deze héle reeks indeling is voor dit werkstuk niet belangrijk. Maar wat ik wel belangrijk vind zijn de laatste twee taxa.

    Het geslacht: Staphylococcus

                De Soort: Staphylococcus Aureus

                        (Een ónder Soort:) Meticiline Resistente Staphylococcus Aureus

Met andere woorden wil ik hiermee duidelijk maken dat MRSA een afstammeling is van de soort 'Staphylococcus aureus'. Dit houdt dus in dat er eigenlijk een familie stamboom van bacteriën bestaat, waarvan MRSA een afstammeling is. MRSA staat niet in de taxogram aangegeven maar dat komt doordat ik geen plaatje heb gevonden waarin de ondersoort MRSA was toegevoegt.

 

2.2 Staphylococcus 

Staphylococcus (in het Nederlands; Stafylokokken) De naam Staphylococcus is in 1881 bedacht door de Schotse chirurg Alexander Ogston. Hij ontdekte dit nieuwe geslacht in abcessen, tijdens operaties. Stafylokokken zijn Gram-positieve kokken (kogelbacteriën) die in druiventrosvorm liggen (zie tweede plaatje in de rechter zijbalk). (Staphyle is het Griekse woord voor druiventros). Ze zijn niet beweeglijk, hebben geen kapsel en zijn ongeveer 0,8 micrometer in diameter. Op vaste voedingsbodems groeien ze in grote, ronde, glanzende kolonies, met een goudgeel pigment. Ze groeien het beste in een zuurstofrijk milieu, aëroob, maar kunnen ook zonder zuurstof: ze zijn facultatief anaëroob (=dat je met en zonder zuurstof kunt). Deze bacterie kan toxinen (giftige stoffen) vormen.

 

Stafylokokken komen bij ons voor op onze huid, in ons haar en in onze neus. Het zijn namelijk commensalen van huid- en slijmvliezen; dat betekent dat ze erg lijken op de cellen die op je huid voorkomen. Het geslacht heeft ongeveer 20 soorten. Bij een soort aanduiding wordt het geslacht met een hoofdletter aangegeven zoals; S. aureus, S. epidermidis en de S. saprophyticus; Deze 3 soorten van het geslacht 'Staphylococcus' zijn bij de mensen het bekendst als ziekteverwekkers. Staphylococcus aureus behoort hierbij zoals je ziet. Deze soort, (S. aureus) ga ik verder uitvergroten.

 

2.3 Staphylococcus aureus

De bacterie S. aureus wordt beschreven als een nosocomiale pathogeen.

        1 Nosocomiaal betekent door verblijf in ziekenhuis veroorzaakt.

        2 Pathogeen betekent dat de bacterie ziekmakend is.   

Daardoor heeft S. aureus een hoge morbiditeit (=aantal ziektegvallen) en een hoge mortaliteit (=aantal sterftegevallen)

Uitzondering: 30% van de mensen heeft de bacterie maar merkt daar niks van. Deze mensen worden dragers genoemd. Ze merken niks doordat hun natuurlijke weerstand de bacterie onder controle houdt.

 

2.3.1 Nosocomiale infecties

-'nosocomiale infecties' betekent infecties die leven in een ziekenhuis/zorginstelling  

-'community acquired infecties' betekent infecties die leven onder de algemene bevolking

 

2.3.2 Pathogenese = ziekteverwekking

 

 2.3.3 Coagulase

Staphylococcus aureus is een coagulase positieve bacterie want S. aureus produceert het enzym coagulase. Niet-coagulase producerende stafylokokken zoals S. epidermidis, zijn weinig virulent (minder ziekmakend).

Coagulase is een enzym dat de omzetting van fibrinogeen naar fibrine katalyseert (=versneld).

In het boek 'interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek' van J.A. Raymakers stond het volgende zinnetje.

'Coagulase is een virulentiefactor en is gedeeltelijk medebepalend voor pathogeniciteit van deze bacterie.'

Deze zin zegt met andere woorden dat het enzym 'coagulase' ziekmakende kracht heeft en daardoor gedeeltelijk medebepalend is voor het veroorzaken van een ziekte.

 

 2.3.4 Endogene en exogene infecties

-Endogene infecties, houdt in dat de infectie op je eigen lichaam ontstaat.   

(Bij dragers:) Als de weerstand van een drager wat lager wordt, kan de natuurlijke weerstand minder bescherming bieden en kan er een infectie uitbreken. De drager loopt dan bijvoorbeeld huid beschadiging, wondjes of verzwakking op en de bacterie grijpt zijn kans.

-Exogene infecties, houdt in dat de infectie via contact met een ander lichaam ontstaat.  

S. aureus kan door mensen in de omgeving verspreid worden. Via direct of indirect contact kunnen stof of huidschilfers worden overgebracht op anderen. S. aureus is goed bestand tegen uitdroging en kan een lange periode (weken) buiten het menselijk lichaam overleven.

 

2.3.5 Infectie soorten

Infecties met S. aureus worden verdeeld in;  

-huidinfecties; oppervlakkige infecties van de huid en huidorganen.

-invasieveinfecties; infecties van de inwendige organen.

De ziektebeelden zijn heel verschillend, daarom ga ik 'huid'- en 'invasieve' infecties in het tabblad 'ziekteverschijnselen' verder aanhalen.

 

 

2.4 Samenvattingstabel hoofdstuk 2

Deze tabel vormt een beetje een samenvatting van de informatie uit hoofdstuk 2

 


ziekteverwekker onder microscoop

gevonden in

ziekte

bacteriesoorten

antibiotica

Gram-positieve kokken, in groepjes   

pus

wondinfecties,
huidinfecties,
botinfecties

Staphylococcus aureus

flucloxaciline,
peniciline
metclavulaanzuur