Hoofdstuk 5 Ziekteverschijnselen

 

De infecties die S. aureus veroorzaakt worden verdeeld in; Huidinfecties en Invasieveinfecties

5.1 Huidinfecties;

·         folliculitis: oppervlakkige pussende ontsteking van een haarzakje met gebied eromheen

·         furunkel: steenpuist, dit is een diepe ontsteking van een haarzakje, komt vooral voor op gezicht, oksels, nek en billen

·         karbunkel: groep steenpuisten, onderhuids

·         impetigo: krentenbaard, komt vooral voor bij kinderen, in het gezicht en op de benen.

Er ontstaan rode vlekken waar een blaar op komt. Nadat deze is opengebarsten ontstaan er gele korsten. Na genezing blijven er geen littekens achter

·         hydradenitis suppurativa: ontsteking van bepaalde zweetklieren, in de oksels of het genitale gebied

·         pemphigus neonatorum: infectie waarbij blaren met pus ontstaan en/of blaasjes. Er is sprake van loslating van de huid wat ontstaat door toxinen. Komt voor bij baby's en jonge kinderen

·         mastitis: borstklierontsteking, meestal na een bevalling, er ontstaan abcessen

·         paronychium: ontsteking van de nagelwal, er ontstaat zwelling en roodheid

·         panaritium: ontsteking aan de buigzijde van de vinger, kan snel uitbreiden naar onderliggende weefsels.

·         wondinfecties: ontsteking als complicatie bijvoorbeeld na een operatie

·         cellulitis: ontsteking van de huid en onderhuids vet, vaak zijn er eerder al bijvoorbeeld wondjes geweest. De lymfeklieren in het gebied kunnen opgezet zijn en er kunnen abcessen ontstaan. Patiënten voelen zich vaak ziek.

 

5.2 Invasieveinfecties;

Na een plaatselijke ontsteking is de weerstand verlaagd. De bacterie kan profiteren van die lage weerstand en de kans grijpen om zich uit te breiden naar de lymfebanen of via de bloedbaan. Voorbeelden hiervan zijn;

·         sepsis: vermeerdering van bacteriën in het bloed, ontstaat meestal secundair (na een andere, plaatselijke infectie met S. aureus). Er is sprake van koorts, koude rillingen en als er niet behandeld wordt kunnen organen aangetast worden. Er is een hoge sterfte onder patiënten met een sepsis veroorzaakt door S. aureus.

·         endocarditis: hartklepontsteking, kan heftig of langzaam verlopen en moet langdurig behandeld worden. Eventueel moet de aangetaste hartklep vervangen worden.

·         abcessen: etterbuilen, kunnen plaatselijk ontstaan na een eerdere infectie, bijvoorbeeld van de huid. Kan ook ontstaan na bacteriën in het bloed (bacteriaemie). Symptomen zijn afhankelijk van de plaats en de uitgebreidheid.

·         pneumonie: longontsteking, kan ontstaan na een luchtweginfectie veroorzaakt door een virus, of bij een bacteriaemie.

·         osteomyelitis: beenmergontsteking, bij kinderen kan dit voorkomen na verwonding aan een arm of been, bij volwassenen kan dit eveneens na verwonding gebeuren of als diepe wondinfectie na een operatie waarbij implantaten van kunststof zijn geplaatst.

·         arthritis: gewrichtsontsteking, kan na een operatie aan een gewricht voorkomen


5.3 Toxinen

Sommige typen S. aureus produceren toxinen (=gifstoffen). Toxinen kunnen direct ziekten veroorzaken.

·         gastro-enteritis: voedselvergiftiging, kan ontstaan door bepaalde (entero)toxinen die deze bacterie kan produceren.

·         Toxische Shock Syndroom: tamponziekte, wordt veroorzaakt door stammen van S. aureus.die een bepaald toxine vormen. Verschijnselen zijn o.a. hoge koorts, lage bloeddruk, uitslag. Kwam in 1985 veel voor bij vrouwen die een bepaald soort tampons gebruikten.

 

 5.4 Risico groepen

        • pasgeborenen en ouderen;

        • patiënten met influenza;

        • immuungecompromitteerde patiënten;

        • patiënten die na een grote operatieve ingreep een Staphylococcus aureus- infectie

 ontwikkelen;

        • patiënten met chronische aandoeningen;

        • patiënten met waterpokkeninfectie.